Brisket

1. Marineer of breng op smaak (optioneel): Je kunt de brisket marineren met een smakelijke marinade of eenvoudig op smaak brengen met een rub van kruiden en specerijen. Zorg ervoor dat je de marinade of rub ruim van tevoren aanbrengt, zodat de smaken goed kunnen intrekken. Laat de brisket afgedekt in de koelkast marineren gedurende minimaal 4 uur tot maximaal 24 uur.
2. Laat de brisket op kamertemperatuur komen: Haal de brisket minimaal 1 uur voordat je gaat bereiden uit de koelkast, zodat het vlees op kamertemperatuur kan komen. Dit zorgt voor een gelijkmatigere garing.
3. Bereid de BBQ of rookoven voor: Als je de brisket gaat roken, verwarm dan de rookoven voor op een lage temperatuur, idealiter rond de 110-120°C. Als je de brisket gaat bereiden op de BBQ, zorg er dan voor dat je indirecte hitte gebruikt en een lage temperatuur aanhoudt.
4. Gaar de brisket langzaam: Brisket heeft veel tijd nodig om mals te worden. Afhankelijk van de grootte en dikte van de brisket, kan het 8 tot 12 uur duren voordat het klaar is. Houd de interne temperatuur van het vlees in de gaten met een vleesthermometer. Een kerntemperatuur van ongeveer 90-95°C is ideaal.
5. Laat de brisket rusten: Haal de brisket van de BBQ of rookoven en laat het rusten in aluminiumfolie of een handdoek gewikkeld. Dit laat de sappen zich verspreiden en maakt het vlees malser. Laat het minimaal 30 minuten tot 1 uur rusten.
6. Snijd tegen de draad: Snijd de brisket haaks op de vezels voor een mals resultaat. Het puntstuk heeft vaak een andere richting van de vezels dan het platte stuk, dus houd hier rekening mee bij het snijden.

Met deze stappen en wat geduld krijg je een heerlijk malse en smaakvolle brisket waar je van zult genieten!